Vanaf hoeveel werknemers is een ondernemingsraad verplicht in het MKB?

Vanaf hoeveel werknemers is een ondernemingsraad verplicht in het MKB?

Wettelijke eisen rondom de ondernemingsraad

Veel ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) vragen zich af wanneer zij wettelijk verplicht zijn om een ondernemingsraad (OR) in te stellen. De verplichting tot het instellen van een OR is geregeld in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Het is cruciaal voor MKB-eigenaren om deze wetgeving te begrijpen, aangezien het niet naleven ervan kan leiden tot juridische problemen en spanningen op de werkvloer. De WOR dient als een belangrijke pijler voor medezeggenschap in Nederland.

De belangrijkste factor bij de verplichting is het aantal werknemers dat regulier in dienst is. Volgens de Wet op de Ondernemingsraden is elke onderneming in Nederland verplicht een ondernemingsraad in te stellen als daar 50 of meer personen werkzaam zijn. Dit gaat om werknemers met een arbeidsovereenkomst, ongeacht of zij fulltime of parttime werken. Ook uitzendkrachten en gedetacheerden die langer dan 24 maanden bij de onderneming werken, tellen mee in deze berekening van de personeelsomvang.

Het getal van 50 is een harde grens. Zodra deze grens structureel wordt bereikt, moet de ondernemer het initiatief nemen tot de oprichting van de OR. Indien het aantal werknemers onder de 50 ligt, is de onderneming niet verplicht een OR in te stellen, maar kunnen zij wel vrijwillig kiezen voor een lichter alternatief: de personeelsvertegenwoordiging (PVT).

De rol van de ondernemingsraad (OR)

De ondernemingsraad speelt een centrale rol in de besluitvorming binnen de organisatie. De OR heeft twee hoofdrechten: adviesrecht en instemmingsrecht. Het adviesrecht is van toepassing op belangrijke financiële, economische en organisatorische besluiten, zoals fusies, grote investeringen of reorganisaties. De ondernemer moet het advies van de OR tijdig en gemotiveerd vragen, hoewel de ondernemer niet verplicht is het advies op te volgen. Als de ondernemer van het advies afwijkt, moet dit wel beargumenteerd worden.

Het instemmingsrecht geldt voor besluiten met betrekking tot personele regelingen, zoals werktijden, beloningssystemen, of regelingen over ziekteverzuim en veiligheid. Bij deze onderwerpen kan de ondernemer de beslissing niet uitvoeren zonder de expliciete instemming van de OR. Dit geeft de werknemers via de OR een sterke positie bij het bepalen van hun arbeidsvoorwaarden.

Uitzonderingen en alternatieven

Voor MKB-bedrijven met minder dan 50 werknemers, maar meer dan 10, is de werkgever verplicht om minstens twee keer per jaar een personeelsvergadering te organiseren. Hierin moeten de algemene gang van zaken en de financiële situatie worden besproken. Dit zorgt ervoor dat er ook bij kleinere teams sprake is van medezeggenschap en informatievoorziening. Deze vergadering biedt een direct communicatiekanaal tussen de directie en het personeel, wat essentieel is voor een transparante bedrijfscultuur.

Ondernemingen met tussen de 10 en 50 werknemers kunnen er ook voor kiezen om vrijwillig een PVT in te stellen. De PVT heeft minder formele bevoegdheden dan een OR, maar kan een uitstekend communicatiekanaal vormen tussen de directie en het personeel. Een PVT heeft adviesrecht bij besluiten die kunnen leiden tot verlies van arbeidsplaatsen of belangrijke veranderingen in het werk van een aanzienlijk deel van de werknemers. Het proactief instellen van een PVT, zelfs als het niet wettelijk verplicht is, kan de betrokkenheid en het draagvlak voor strategische beslissingen aanzienlijk vergroten, wat uiteindelijk bijdraagt aan een gezondere bedrijfsvoering. Het is een slimme stap voor elke ambitieuze MKB-ondernemer die waarde hecht aan inspraak en werknemerstevredenheid.